

De paden die wij lopen zijn grotendeels onverhard.

Zelf neem ik ‘een omweg’. In de tuin van priorij Kllaarland passeer ik dit hek, nieuwe wandelpaden gaan hierachter schuil. Het maakt nieuwsgierig, hier kom ik zeker nog eens terug.

Via deze brug lopen wij naar de overkant van de Zuid-Willemsvaart. We zijn omringd door bloemen, een vrolijk haast lente-rijk gezicht.

Onderweg verbazen we ons over de bloeiende zonnebloemen die omringd worden door de spruiten en boerenkool-planten. De combinatie is bijzonder, de seizoenen lijken de weg kwijt te zijn.

Wij eindigen de wandeling na 15 kilometer lopen op het Vrijthof in Bree. Een plek met een trotse kerk in haar midden.
Bree kende tal van kloosterordes. In 1464 werd vanuit het Franciscanessenklooster Sint-Catharinadal te Hasselt het klooster Onze-Lieve-Vrouw ter Riviere te Bree gesticht.
In 1659 trokken de eerste monniken in het nieuw gebouwde Augustijnenklooster, waaraan tot 1720 werd bijgebouwd. Het klooster werd in 1797 opgeheven, wat hieraan herinnert is de naam van het café waar wij vandaag binnen lopen.

De (stam)tafel bij café Den Augustijner voor ons klaar. Het café wordt beschreven als ‘een gezellig en spontaan café centraal gelegen op het Vrijthof waar je je eigen
eigen broodjes mag opeten en waar je op een groot scherm naar sport kunt kijken’. Toevallig of niet, als wij er zijn is er op dit grote scherm een documentaire te zien over een wandelreis langs Hadrians’ Wall.
De eigenaar heeft in zijn tuin een notenboom, de oogst ligt voor ons klaar en mag gratis worden (mee)genomen.

Ontspannen proosten wij hier met een uniek Belgisch biertje op de aangename kennismaking.
Een mooi begin van een Pelgrimsweekend in de Kempen.


Via een krakende goed in de was staande houten trap bereiken wij onze eigen kamers. Prima ruimtes, recent gerenoveerd met uitzichten op het kanaal en het bos. Vanaf de buitenkant krijgt je een indruk.


Een heerlijke plek waar wij ons net als deze vader en zoon gemakkelijk en thuis voelen.


En zo komt het dat ik bij het binnenkomen vvan mijn kamer voor de zekerheid toch eerst een blik in mijn badkamer werp.
Helemaal schoon, geen bloedspetter te zien, zelfs het bad is verdwenen. En het uitzicht vanaf het balkon herken ik uit de serie…, hier zie je Corrie, vergelijkbaar balkon, 1 etage hoger….


Wij starten onze route in het natuurgebied Kempenbroek, officieel zijn wij hier in de uitlopers van het dorp Opitter.

We starten bij de Pollismolen. Het terrein rondom de molen heeft in ‘normale tijden’ een moeras-karakter.Het houten vlonderpad geeft onze voeten houvast en richting.


De Pollismolen was in 1830 nog van hout en leem. Later werd er een stenen molen gebouwd. In 1961 werd de molen stilgelegd en in 1970 is het molenrad door kinderen in brand gestoken. In 1981 werd de molen gekocht door de gemeente Bree. Er volgde een uitvoerige restauratie, waarbij de molen weer in maalvaardige toestand werd gebracht. Tegenwoordig maalt de molen boekweit voor het naastgelegen restaurant.

De weersvoorspelling geeft regen aan. De zon is het daar echter niet mee eens en laat haar kracht ten volle zien en voelen.

Tussen de lege akkers lopen wij via een wandelpad het bos tegemoet.


Elk in zijn eigen tempo banjert vervolgens door modder, beklimt heuvels en loopt over de veelal onverharde Vlaamse paden. Regelmatig staan we even stil. Bij manege Volmolen nemen wij een onverwacht uitgebreide pauze. De koffie is er bijzonder lekker, er is voldoende tijd voor een mooie gesprekken en een tweede bakje.


Het is stil, heel stil in die bossen. Geen zuchtje wind, geen verkeersgeluiden……Slechts omhuld door het geluid van voetstappen en van het geknisper van de herfstbladeren waar wij doorheen lopen ervaren wij de enorme rust bijzondere gebied.


Dag 3, zondagmorgen 6 november 2022, hotel Beau Sejour




Door de Maasvallei worden wij verrast. De wijdsheid, de ruimte en…de hekken… Het wandelpad is buiten gebruik gezet. De uiterwaarden van de Maas hebben meer ruimte nodig, onze etappe wordt hierdoor zoekend met een omweg 3 km verlengd. Na het passeren van een ongeluks-kapel herpakken wij de route.

Het centrum van het prachtige dorpje Elsloo heeft een hoog Anton Pieck-karakter.

Maar wellicht nog belangrijker: in Elsloo is de horeca open, de onverwachte koffie smaakt goed en het kpoje geeft te denken.

Langs de Maas en door het Geuldal wordt de route vervolgens mooier en mooier.

En ‘typisch Limburgs’ zien we hier ook de vele ‘groene bollen’. De groene bollen die hangen aan de bijna zwarte kale takken van veel bomen. Dat is de maretak ook bekend onder de veel poëtischer klinkende Engelse naam Mistletoe.
De maretak is een in de winter groenblijvende plant, die leeft op bomen. Een parasiet zou je zeggen, maar volgens deskundigen is het een half-parasiet, omdat deze gast alleen voor het water en de benodigde zouten afhankelijk is van de gekozen onvrijwillig gastvrije boom. Niet elke boom is geliefd bij die maretak. Heel geliefd zijn vooral onder meer populieren, esdoorn en meidoorn.

Over vlonderpaden, olifantenpaadjes en langs de altijd stromende beek voelen de kilometers door de afwisseling en het gezelschap licht.

En wat is er dan nog meer te zeggen? Ik kan het hebben over de mooie gesprekken, over de humor, over het eigen tempo en over een beetje regen.


Of zal ik iets zeggen over hoe delen vermenigvuldigen werd? Of over de vele paddenstoelen? Of zal ik wellicht toch vertellen over een wonder dat hier 800 jaar geleden plaatsvond?

Wat moet je verder nog vertellen over dag en een weekend waarin we ons bij elkaar, in de omgeving en bij ons verblijf fijn hebben gevoeld.


Zin om ook een keer een meerdaagse pelgrimswandeling mee te lopen? Via deze link lees je welke wandelingen er in de komende periode gepland zijn. Je bent welkom, ik begroet je graag.