Woensdag 28 april 2021, Verkenning van Ons Kloosterpad, etappe 4

De meeste Brabantse kloosters waarin broeders en zusters aanwezig zijn, liggen in het oosten van de provincie Brabant. Speciaal voor het Kloosterjaar 2021 is een 330 kilometer lang pelgrimspad samengesteld. Ons Kloosterpad is opgedeeld in 15 etappes, variërend van 16,5 tot 28 kilometer. De tocht kan van klooster naar klooster worden gelopen in vijftien etappes, variërend in lengte van 16,5 tot 28 kilometer. Deze nieuwe route  wordt op 30 april 2021 geopend en is vanaf 1 mei voor iedereen te bewandelen.

Een spannend begin

Eervol en spannend vind ik het om deze nieuwe route nu al te mogen verkennen. In het gezelschap van Fransiscaner broeder Theo van Adrichem loop ik etappe 4 (Velp – Megen, 20 km) van Ons Kloosterpad warm. 

Enigszins nerveus meld ik mij in de ochtend bij het Minderbroedersklooster in het vestingstadje Megen. 

Bladeren door het bindboek

In de refter van het klooster blader ik tijdens de koffie  voor het eerst door het bindboek dat bij deze nieuwe route hoort. De handzame losse kaartjes, de achtergrondinformatie over de plekken waar je langs komt en de prachtige  foto’s maken wij nog nieuwsgieriger naar de route dan ik al ben.  Vanaf 30 april is het bindboek beschikbaar voor iedereen. 

Mijn oog valt op een tekst die mij in de gauwigheid van het moment aanspreekt, ik maak een foto, dit lijkt mij een goede start van de dag. 

Start bij het Pelgrimsklooster

De route die wij vandaag lopen start officieel in Megen. Het is echter door de wandelknooppunten en de kaartjes zeer eenvoudig de route andersom te lopen . En dat is wat wij doen. Wij lopen vandaag van Velp naar Megen, deze etappe is 20 kilometer lang.

Broeder Gerard brengt ons naar ons startpunt, het Pelgrimsklooster in Velp.

Zelf ben ik bekend met het Pelgrimsklooster, meerdere keren heb ik hier tijdens wandelingen overnacht. Blij ben ik dat ook pelgrims van Ons Kloosterpad hier gastvrij ontvangen zullen gaan worden. 

Mark van der Linden, directeur van deze locatie staat ons al op te wachten. En het is Mark die ons uitzwaait en ons een hele goede wandeling toe wenst. 

Een kind kan de was doen

Ontspannen gaan broeder Theo en ik op weg. Het weer is geweldig, graadje of 18, weinig wind, halfbewolkt.

De start is wandelknooppunt 72. De nummers van de volgende knooppunten heb ik steeds binnen handbereik, een kind kan de was doen, de route is met deze nummers niet moeilijk te vinden.

Tijdens het lopen maken wij kennis met elkaar. Wij spreken over pelgrimeren, het blijvend onderweg zijn naar je eigen levensbestemming. Wij hebben het over de wegen die wij zelf hebben afgelegd. En wij hebben het over mensen die een tijdje met ons meeliepen en die van invloed waren op de richting van onze keuzes. Het gedicht dat ik vanmorgen las, komt in de gesprekken tot leven: ‘niets is op zichzelf, alles is met elkaar verbonden’.

In het jonge natuurgebied Keent staan grote grazers en liggen diverse vennetjes. Op de dijk langs de Maas loopt een moederschaap met haar twee lammetjes nieuwsgierig met ons mee. 

Op het water zien wij dit nest. Moeder meerkoet is geduldig aan het broeden. De eerste drie jongen met schattige rode kopjes lopen en zwemmen al levenslustig rond. 
Langs de Maas bloeit het koolzaad voluit. 
Pauze in de ‘vrijstaat’ Ravenstein

Na ongeveer 10 kilometer lopen bereiken wij de vestingstad Ravenstein. Dit stadje was lange tijd een ‘vrijstaat’. Het hoorde niet bij Holland en ook niet bij Brabant, het hoorde bij het lokale Hertogdom Kleef. Lange tijd was het mede om die reden, net als Megen, een toevluchtsoord voor de door de calvinisten verdreven Katholieken.

Voor het eerst tijdens dit Corona-jaar zijn de terrassen weer open. Op het centrale plein, in de schaduw van de Sint Luciakerk, is nog een tafel vrij!

Wij pakken deze kans en nemen een welverdiende pauze. 

Echte vreugde

Versterkt vervolgen wij na drie kwartier onze weg. Het gesprek vervolgt zich, wij hebben het tijdens het lopen over Franciscus en over echte vreugde. Volgens Franciscus, zo hoor ik, toont de echte vreugde zich in  het geduld. Juist in het pelgrimeren is de deugd van geduld te oefenen en echte vreugde te ervaren. 

En daar is alweer een volgend ankerpunt van deze kloosterroute. Het kerkje Sint Jan de Doper heeft de oudste kerktoren (11e eeuw) van Noord-Brabant. De toren is van turfsteen dat van honderden kiometers ver werd aangevoerd. Pas in 2011 is de toren voor het eerst gerestaureerd. 
De deur van de kerk staat open voor bezoekers en passanten.
Ongeplaveide paden

Vlak na dit kerkje kunnen wij kiezen. Lopen wij over de dijk of kiezen wij voor de langere route door de ongeplaveide uiterwaarden? De keuze is niet moeilijk. Beiden hebben wij voldoende energie en tijd en beiden kijken wij uit naar onverharde paden.  

Het pad voert ons direct langs de Maas. Hier en daar moeten wij over of door een hekje.  Achter 1 van de hekjes ligt een kudde koeien te rusten. Ze staan voor ons op en lopen voor ons uit. Als goede herder loopt broeder Theo rustig achter de kudde aan. Ik volg op iets grotere afstand…..
Eigen weg gevonden

Volgens het kaartje moeten wij op enig moment met een ruime bocht weer terug naar de dijk. Een hek markeert dat punt, ik koers al naar de bocht. Maar dan had ik niet gerekend met mijn wandelmaatje van vandaag.  Voor ik het weet werpt hij zijn rugzak over het hek en gaat hij ruggelings onder het prikkeldraad door. Hij is ervan overtuigd dat het mogelijk is om de route langs de Maas te vervolgen. Lachend volg ik zijn voorbeeld.

Hier houd ik wel van, het op een eigen-wijze vinden van je eigen (pelgrims)weg.  

Vanaf het hek is het nog een half uur lopen naar Assisi aan de Maas, de andere naam voor Megen. 
Het toetje van de dag

Precies rond de tijd dat de de broeders van Megen hun broodmaaltijd zijn gestart, bereiken wij het klooster. Broeder Theo zet de voor ons bewaarde warme maaltijd in de magnetron. Aan tafel in de refter laten wij die ons smaken.

Als toetje krijg ik van broeder Theo een rondleiding door het hele klooster en door de tuin en kapel. Het gebouw ademt de voetstappen van eeuwen. De vloeren kraken, in de winter kan het in de hoge ruimtes koud zijn.  Je voelt dat je hier loopt in het spoor van de tijd.

In de tuin ruik ik de bloesem en hoor ik het avondgezang van de vogels. 

Centraal in de tuin staat een prachtig beeld van Franciscus. Onder het beeld een tekst:

 Sint Fransiscus, een heilige voor alle seizoenen

 een transhistorische, transreligieuze 

 boordschapper van menselijkheid, 

 van liefde voor het leven, voor de natuur

 en voor de aarde als heiligheid’  

Van mei tot en met september staat op vrijdag- en zaterdagnamiddag de poort naar de tuin en de Hof van Lof voor je open.

Het afscheid kost moeite, dit smaakt naar meer

De zon gaat al bijna onder als broeder Theo en ik afscheid nemen. Wij deelden vandaag als pelgrims het pad met elkaar. Het landschap en de bijzondere plekken van Ons Kloosterpad boden daarvoor een vruchtbare bodem. Ik heb ervan genoten, zowel van de route als van het gezelschap. 

Heb jij ook zin om Ons Kloosterpad te gaan verkennen? 

Via deze link vind je meer informatie over de route. 

Heb je zin om een keer mee te lopen? Meerdaagse wandelingen, over Ons Kloosterpad en over andere pelgrimsroutes vind je hier.

Pin It on Pinterest

Share This