Over vooroordelen gesproken, Camino Ingles/Finisterre, september 2016

Het is voor het eerst dat ik een camino in mijn eentje loop. De eerste dagen van mijn tocht loop ik te dwalen. Ik voel mij ontheemd. Ik ben zoekend naar pijlen, ik ben zoekend naar mijn eigen balans. 

Gaandeweg word ik mij meer bewust van de aanwezigheid van andere pelgrims. De eerste dagen had ik ze, zo was ik bezig met vooral mijzelf, niet opgemerkt. 

Een camino-gemeenschap vormt zich

Voorzichtig ontstaan de eerste gesprekjes. Met Jill, een studente uit Londen, ook zij loopt voor het eerst alleen. Met Jake, een actief lid (en voorganger) van het spaghetti-genootschap uit Denemarken, het vergiet zit in zijn rugzak. Met een echtpaar uit Stuttgart, zij lopen van hotel naar hotel.

Naarmate de tijd vordert vormt zich om mij heen een groepje, een kleine camino-gemeenschap, ik voel mij er deel van.  We slapen vaak in hetzelfde dorpje, we eten samen en tijdens de wandelingen loop ik af en toe samen met een of meerderen uit deze groep.  

Onbekend maakt onbemind?

Vanuit mijn ooghoeken zie ik die dagen ook andere mensen. Drie Engelse mannen vallen mij in het bijzonder op. Drie forse, stoere mannen, hun armen vol met tatoeages. Ze vallen mij op vanwege hun luide stemmen en grove taalgebruik. Ze vallen mij op vanwege hun, in mijn ogen, overmatige alcohol-gebruik, van lunchtijd tot laat op de avond zitten zij vaak aan een tafel vol met vele grote pullen bier. Een aantal maal spreken zij mij niet heel subtiel aan. Vele malen blijf ik, net als de anderen uit mijn groepje, bij hen uit hun buurt. Ik voel mij niet veilig, zij zijn voor mij onbekend en derhalve (?) onbegaanbaar terrein. 

Afleiding

Op een van de laatste avonden overnacht ik in een albergue in een klein sfeerloos industriestadje. Voor het eerst regent het pijpenstelen dat doet de sfeer in dit stadje geen goed. Samen met Jill zoek ik wat afleiding, we gaan samen naar het dichtstbijzijnde café.

Eenmaal in het café schrik ik. Aan de bar zitten de drie mannen die ik steeds heb gemeden. Ze begroeten ons hartelijk en bieden ons een drankje aan.

Ik aarzel.

Jill en de mannen zien mijn twijfel. De oudste van de mannen, duidelijk de leider, reageert direct: ‘No worries, only one drink and then you are free to go.’

Na een toost te hebben uitgebracht maken wij kennis. De mannen blijken uit Liverpool te komen. De een, de leider ik noem hem Yosh, is een oud-marinier met Afghanistan-ervaring. De ander wordt door Yosh aan ons voorgesteld als Steve, zijn kapper, een jonge vent voor het eerst van huis. En tot slot hebben wij daar Mike, zijn automonteur, buurman en zoon zijn oom. 

Al snel zijn wij met elkaar in gesprek. Zij hebben ons regelmatig zien lopen en zijn nieuwsgierig. 

Na een paar drankjes is het etenstijd. Yosh wil gaan en wil dat wij met hem meegaan.

Ik aarzel opnieuw,  is dit verstandig, vind ik dit nog leuk?

Yosh ziet opnieuw mijn aarzeling en zegt: ‘Irene I am not the man you think I am. Just come for a nice dinner in a public place, afterwards you can go back to your albergue.’

Steeds dichter naar elkaar

Tot mijn verbazing wordt het tijdens het diner steeds gezelliger. Ik ontspan mij steeds meer, net als de mannen en net als Jill. Ik ben vooral in gesprek met Yosh. Uit mijn ooghoek zie ik Jill en Mike steeds dichter naar elkaar toeschuiven.

Later die avond zitten wij met elkaar in een ander café. Het gesprek heeft zich verdiept. We hebben het over de camino, drijfveren, trauma’s, verdriet en angsten. We delen anekdotes, we lachen en af en toe is er een traan, steeds beter leren wij elkaar kennen. Jill en Mike doen dat op hun eigen manier op een plek waar zij door anderen niet gezien kunnen worden. Ik voel mij steeds meer op mijn plek in het café tussen deze stoere, maar ook zo bijzonder gevoelige, galante en humoristische mannen. 

Met een glimlach van oor tot oor

Nooit zal ik vergeten het liedje dat Yosh, als ik hem over een aantal dilemma’s vertel, luidkeels voor mij zingt: ‘Come on Irene’. Nooit zal ik zijn daaropvolgende woorden vergeten: ‘You are so much stronger than you think you are Irene. Just love yourself and make your choices!’

Het is al ruim na 4.00 uur in de morgen als wij teruglopen naar de albergue. Met een kus op de wang nemen wij afscheid. Met een glimlach van oor tot oor stap ik in bed.

De parels op mijn weg

Na deze avond heb ik ‘mijn Liverpool-boys’, zoals ik ze in mijn gedachten sindidien liefkozend ben gaan noemen, nooit meer gezien. 

Wat bij is gebleven is kostbaar. De wijze woorden van een van de Liverpool-boys is verworden tot een mantra: ‘You are so much stronger than you think you are Irene. Just love yourself and make your choices!

Wat mij bij is gebleven is waardevol. Zij die ik in eerste instantie zo angstvallig heb gemeden, bleken de pareltjes op mijn weg. 

Pin It on Pinterest

Share This