Loopend Vuurtje – 12 september – 29 september 2022
Dag 5: Ontmoetingen op de Camino, Sao Felix – Barcelos (22 km)
Tijdens de eerste kilometers lopen wij door de mist. Zonnestralen boren zich er al doorheen, een mooi gezicht.
Eenmaal aangekomen op de binnenlandse route worden wij weer geleidt door de gele pijlen.
Als ik binnenloop word ik met mijn naam aangesproken. De Nederlandse hospitalero van dienst blijkt al over mijn komst gehoord te hebben. We blijken meerdere gemeenschappelijke pelgrims-vrienden te hebben. Ik ben ontroerd door de manier waarop hij langskomende pelgrims gastvrij bejegend.
Een mooie ontmoeting. Even vergeet ik mijn vermoeidheid.
‘Ontmoeten is
Kijken en zien,
Luisteren en horen,
Verbazen en verwonderen.
Ontmoeten is een avontuur
Open staan voor de ander,
Open staan voor je omgeving.’
Het is dat verhaal waardoor sinds lange tijd de haan het nationale symbool van Portugal is geworden. Een verhaal van vertrouwen, verbinding, rechtvaardigheid en dankbaarheid. Een verhaal dat ik zo graag vertel omdat het voor mij ook symbool staat voor de Camino.
Ook als het (l)even moeilijk is worden wij, net als die pelgrim die hier aan de galg werd gehangen, gedragen door ‘Jacobus-momenten’,. Soms zitten die momenten verscholen in de ontmoeting met jezelf of met een ander, soms in een moment van verwondering onderweg. .
Dag 6: In het Camino-ritme geland: Barcelos – Facha (26 km)
Na het ontbijt staat iedereen vervolgens weer met veel zin klaar om de volgende gele pijlen te gaan volgen.
Vandaag worden ruim 25 kilometer en heel wat hoogtemeters geslecht.
Het landschap, het gezelschap, voldoende water en pauzes en het in je eigen tempo blijven lopen hebben ervoor gezorgd dat elk lachend en ontspannen aankomt.
Bijna iedereen kiest ervoor om naar Ponte de Lima te lopen. Een ontspannen en mooie route. Onderweg treft de groep een schaapherder die zijn hond wil sparen. Bij de patisserie smaakt de koffie met pastel de nata zeer goed.
Twee van ons kiezen voor een bezoek aan de San Cypriano-kapel. Met een 4WD worden zij door gastheer Han over onverharde paden de berg opgereden. Op de top van de berg staat In de kapel het beeld van de heilige al klaar. Versierd met plastic en echte bloemen en een enkele gouden veer wordt hij vanmiddag na de mis in processie 4x om de kapel heengelopen. De plaatselijke bevolking komt met paarden, fietsen brommers en Matte Maria’s daar naar toe.Na de mis en de processie zal het feest losbarsten. De barbecue, bacalhau en het bier staat klaar.
Bij de rivier in Ponte de Lima treffen wij elkaar allemaal weer.
Net als de Romeinen staan wij hier stil. De Romeinen lieten zich hier tegenhouden door de angst voor de duivels uit onderwereld (de rivier de lethe). Pas als elk van hen door ‘de commandant’ bij de eigen naam worden aangesproken voelen zij zich gesterkt en durven ze de oversteek aan.
Ik zie in de groep blikken van herkenning. Het belang van het echt gezien worden door een ander, van het genoemd worden bij de eigen naam, wordt herkend en erkend. Ook op de Camino is het fijn je naam te horen.
Na een heerlijke lunch kiezen de meesten ervoor om vanmiddag rustig aan te doen. Een boek lezen in de zon, een siësta, een knoop aan een broek naaien, even bellen met een vriend, een wasje doen, we hebben alle tijd.
Dag 8: De koninginne-etappe: Ponte de Lima – Rubiaes (17 km)
Met elkaar wordt er in twee groepjes gelopen. Zo kan elk haar eigen tempo houden en is er toch altijd iemand in de buurt.
De eerste 10 kilometer zijn okay. Bij de horecaplek treffen wij elkaar in de schaduw van de kapel.
Leuk om daar ook Petra en Tinus uit Deventer te treffen. Ze zijn 40 jaar getrouwd, lopen samen de Camino en blijken ons al tijden met aandacht digitaal te volgen.
En dan……klimmen en klauteren we stap voor stap naar boven.
Bij het kruis, het zusje van de Cruz de Ferro, staan we even stil. Bij dat kruis kun je je figuurlijke ballast in de vorm van een steentje achterlaten.
Elk ervaart de bij vlagen erg steile klim op haar eigen manier. Waar de een verrast is ‘zijn we er nu al?’, heeft de ander het idee dat de tocht omhoog eindeloos voortgaat.
En de afdaling erna? Ja die vraagt veel concentratie. Elke stap wordt met aandacht gezet. Bij tijd en wijle is dat een worsteling met het ongemak van hitte, blaren, steentjes en vermoeidheid. ’Juist door het ervaren van de worsteling ben je ook in staat het geluk te kennen.’
De aankomst wordt gevierd met high fives, een enkele knuffel en met heel veel water, cola, koffie en bier. Met als missschien wel het grootste geluk een heerlijke douche en ‘schone’ kleren, en een lieve kat die kopjes geeft.
Dag 9: De slak en de haas: Rubiaes – Tui (24 km)
Terwijl ik net na Valença op de groep aan het wachten ben, word ik gepasseerd door twee Duitse pelgrims. De een loopt rap en licht. De ander loopt er zwaar en zwetend een heel stuk achteraan. Nadat ik ze een Buen Camino heb gewenst knopen ze een praatje met mij aan. Ze vertellen over hun tempo-verschil. Ze vergelijken zichzelf met de slak en de haas. Beiden lopen ze op hun eigen manier. Beiden genieten ze met volle teugen. Beiden komen ze elke dag weer ontspannen aan.
Aan het eind van de dag passeren wij de grens. Van Bom Caminho gaan we naar Buen Camino.
Van Obrigade naar Gracias. We gaan de Portugeese gastvrijheid missen. En tegelijkertijd zijn we heel benieuwd naar wat Galicië ons brengen gaat.
Dag 10: Verder dwalen: Tui – O Porrino (17 km)
De meesten kiezen voor de route naar links, langs de rivier. Een enkeling gaat naar rechts, expres of per ongeluk wat doet het ertoe?
Met als beloning een ontspannen wandeling, bloemen en muzikanten kleuren de weg.
Dag 11: Goede gasten: O Porrino – Redondela (18 km)
Met deze warme woorden gaan wij op,weg. Het is voor het eerst deze reis aangenaam warm en niet verzengend heet, het maakt het lopen zeer soepel.
In het vriendelijke dorpje Mos trakteer ik mij op een nieuw t-shirt. Fijn om weer eens iets anders aan te kunnen. De in de haast gekochte twee t-shirts uit Porto voldoen mij niet zo goed.
Fijn om te zien dat na deze pauze drie van ons hun eigen weg kiezen. Zij kiezen ervoor om de zekerheid van de aanwezigheid van vertrouwde anderen voor even los te laten. Het geeft hen de ruimte om de Camino verder te verkennen.
Bij het eindpunt in Redondela komen wij allemaal alleen of in groepjes ontspannen aan. Ik hoor over ruimte en stilte, over zelfgemaakte empanada’s en over een verloren en weer terug gevonden hoed.
De avond valt…
De avond valt over de baai bij Redondela
Dag 12: Onrust onderweg: Redondela – Pontevedra (16 km)
Maar voor mij en meerdere anderen is het ook een onrustige dag.
Mooi om in de groep en bij mijzelf te merken dat juist als het even moeilijk loopt, het gezelschap van een andere pelgrim helpt om te relativeren, accepteren en weer lichter te lopen. We kunnen veel alleen, en hebben tegelijkertijd elkaar onderweg zeer nodig.
Dag 13: Oogsttijd: Pontevedra – Caldas de Reis (21 km)
En vandaag zien we dat de boeren ‘opeens’ massaal zijn begonnen met druiven pliukken. De oogsttijd is volop begonnen.
En als wij dan tijdens het etappedrankje ook nog horen dat onze bagage eindelijk gevonden lijkt te zijn en uit handen is van handling agente en vliegmaatschappijen, genieten wij meer dan ooit van de geoogste druiven van vorig jaar .
Dag 14: Zondag…..Caldas de Reis – Padron (19 km)
Vandaag is tegelijkertijd anders dan anders.
En dan is het zover. Tussen twee missen door kunnen wij (nog net) de kerk in. Onder het altaar is hier de verlichte Padron (rots-steen) te zien, de plek waar het bootje met het lichaam van Jacobus tot stilstand kwam.
Aan de muren hangt ‘de kruisweg’ van Jacobus.
Vervolgens beklimt de groep de Monte de Santiguino. Het is de plek waar Jacobus 7 jaar gewoond en gewerkt heeft.
Tot slot lopen wij langs de fontein, de bron van leven. Misschien wel de bron van (alle) camino’s.
Stralend loopt iedereen na het bezoek aan Pepe nagenietend de laatste kilometers naar het hotel. De deels onverwachte beloning, een dikke knuffel van Pepe, en de Pedronia geven ons vleugels, ook de groep heeft Padron in het hart gesloten.
Dag 15: Vertraagd en vol verwachting: Padron – O Milladoiro (20 km)
In een vertraagde pas worden de kilometers rustig gelopen. De klimmetjes worden nauwelijks gevoeld. De horecaplekken worden ruim bezocht, er is tijd zat.
Onderweg dromen we over morgen. ‘Hoe zal het zijn, aankomen in Santiago?’
Dag 16: O Miladoiro – Santiago
Nog 8 km. We zijn op weg…..
En ook voel ik mij verward. Zoals altijd heb ik dubbele gevoelens bij de aankomst in Santiago. Een mild gevoel van verscheurdheid.
En na deze rituelen heeft elk een vrije middag. Er is tijd en ruimte om te slenteren door de stad, souvenirs te kopen of om een museum of markt te bezoeken. Het is het begin van het loslaten van de camino. Van pelgrims worden wij toeristen.